Blogs

Food & Agri

21 maart 2024

Interview: Frederique de Jong Schouwenburg, voorzitter van het F&A fonds

In gesprek met Frederique (de Bruin) de Jong Schouwenburg; de recent aangestelde voorzitter van de raad van advies van Anders Invest Food & Agri fonds

De wereld van Food & Agri is voortdurend in beweging en heeft een integrale plaats in het oplossen van grote vraagstukken van deze tijd op zowel sociale als ecologische dimensies. Vandaag spreken we met Frederique (de Bruin) de Jong Schouwenburg, de recent aangestelde voorzitter van de raad van advies van Anders Invest Food & Agri Fonds. We zullen met haar de toekomst van de food & agri sector bespreken, haar investeringsfilosofie en visie op leiderschap.

Je bent in 1999 afgestudeerd aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam met een MSc in economie. Kun je ons een vogelvlucht meenemen in wat er daarna allemaal op je pad is gekomen?

‘Ten eerste, wat leuk dat ik mag aanschuiven voor dit gesprek, ik ben inderdaad afgestudeerd met een MSc in economie. Daarna ben ik mijn carrière begonnen bij Van Lanschot Kempen. Daar heb ik het traineeship gevolgd, hartstikke leuk en onwijs leerzaam. Na mijn traineeship ben ik gaan werken voor een investeringsmaatschappij. Indofin is een single-family office (SFO). Ik ben verantwoordelijk voor de vastgoedportefeuille, waaronder een landelijke (agrarisch en bosbouw) portfolio. Zo ben ik ook in aanraking gekomen met de Food & Agri Sector.’

En daarna?

‘Op mijn 29e kreeg ik de kans om als 'bijzitter' deel te nemen aan het College van Gedelegeerden van de Koninklijke Maatschap Wilhelminapolder, een groot landbouwbedrijf in Zeeland. Door deze rol kwam ik voor het eerst in aanraking met governance en het houden van toezicht op een onderneming. Toen er later onrust ontstond in de Maatschap en het volledige college aftrad, werd mij de gelegenheid geboden om aan te blijven voor de continuïteit. Zo maakte ik op relatief jonge leeftijd de overstap naar een raad van toezicht.’

Daarna heb ik toezichthoudende functies gehad bij natuurmonumenten en de stichtingen van het Sophia kinderziekenhuis. Bij beide heb ik mijn volle termijnen van twee keer vier kaar volgemaakt, dat was zo ontzettend leuk om te doen.

Recentelijk kwam eigenlijk Anders Invest met het Food & Agri fonds, en daarom zitten we nu hier dit leuke gesprek te voeren.’

Wat waren andere carrièremogelijkheden die je ambieerde?

‘Weet je, als ik terugkijk, heb ik altijd een sterke affiniteit gevoeld met maatschappelijke kwesties, en dat is eigenlijk nooit veranderd. Dat zie je ook terug in mijn functies als toezichthouder. Ik geloof echt dat er meer is dan alleen cijfers en geld; het gaat ook om maatschappelijk iets betekenen. Stiekem heb ik dat altijd wel gedaan, maar als ik het over zou doen, zou ik waarschijnlijk nog meer de kant van Ngo's opgegaan zijn, met natuurlijk ook een scherpe financiële blik.’

Hoe probeer je wat bij te dragen aan deze wereld?

‘Wat mij altijd heeft geboeid is het creatief combineren van economie met maatschappelijke problematiek. Ik ben ervan overtuigd dat voor de langetermijnoplossing van problemen economische dragers essentieel zijn. Het gaat er om die dragers te vinden, die win-winsituaties waarbij initiatieven zichzelf kunnen onderhouden. Dat is waarvoor ik midden in de nacht kan opstaan, onwijs boeiend! Ook geloof ik niet in de duurzaamheid van subsidies; als iets financieel voortdurend ondersteund moet worden, dan heeft het geen toekomst. In de huidige discussie over duurzaamheid vind ik dit bijzonder interessant. Waar zijn die win-winsituaties? Hoe combineer je duurzaamheid met economie op zo'n manier dat het ook economisch haalbaar is? Ja, dat is wat mij graag bezighoudt.’

Hoe zie jij jouw rol en de rol van Anders Invest hierin?

‘Allereerst, mijn rol als voorzitter van een Raad van Advies is het leiden van plenaire vergaderingen en zorgen voor een effectieve besluitvorming. Dusdanig ben je verantwoordelijk voor het adviseren en ondersteunen van het management of bestuur op strategisch niveau, gebaseerd op de expertise en ervaring van de raadsleden.

De benadering van Anders Invest spreekt mij erg aan, vooral vanwege hun focus op impact en langetermijnstrategie. Tijdens onze laatste plenaire vergadering, heb ik opgemerkt hoe belangrijk het is dat de impact intrinsiek voortkomt uit de beleving van de portfolio bedrijven zelf. Dit zie ik bijvoorbeeld terug in het initiatief bij Gebana in Brazilië met het ondersteunen van minderjarige meisjes, om ze een betere kans in het leven te geven en de lokale samenleving hiermee te versterken .

Wat ik ook waardeer aan Anders Invest is hun structuur als een  open-end fonds, in tegenstelling tot de meeste private equity fondsen die closed-end zijn. Vanuit mijn ervaring met familiebedrijven en family offices, vind ik de langetermijnhorizon die hierbij gehanteerd wordt heel belangrijk. Dit creëert een betere alignment of interest met de portfolio bedrijven, wat leidt tot een andere manier van omgaan met zowel impact als investeringen.

Bovendien zorgt de structuur van het fonds ervoor dat investeerders in kleinere porties kunnen instappen, wat resulteert in een grotere diversiteit en betrokkenheid van investeerders. Dit alles maakt Anders Invest bijzonder en onderscheidend in mijn ogen.’

Gezien de grote diversiteit aan investeerders binnen Anders Invest, die elk hun eigen opvattingen hebben, hoe zorg je ervoor dat alle investeerders op één lijn blijven?

‘Om alle investeerders dezelfde kant op te krijgen, is transparantie het allerbelangrijkste, in elke context. Dit geldt zeker voor toezichthoudende of bestuurlijke rollen. Door altijd een helder en eerlijk verhaal te vertellen, transparant te zijn en zaken goed uit te kunnen leggen, kom je heel ver. Dit betekent ook consequent zijn in wat je zegt en doet, vooral in een langetermijnrelatie zoals bij Anders Invest.

Bijvoorbeeld, als er iets wordt gezegd in een vergadering, dan moet dat over een half jaar niet te veel afwijken. Consistentie en transparantie zijn essentieel voor het opbouwen van een goede reputatie, wat cruciaal is voor langetermijnrelaties, zelfs met mensen uit verschillende achtergronden.’

Food & Agri is een bijzonder interessante markt met een enorm vermogen tot impact in Nederland, wat zijn de grote thema’s die spelen?

‘De duurzaamheidstransitie is essentieel voor de Food & Agri sector, en het is onmiskenbaar dat dit een grote rol speelt. Het fonds, gericht op de hele 'Farm to Fork'-keten, weerspiegelt dit belang. Ik zie veel potentie in regeneratieve landbouw. Volgens het klimaatakkoord moet de landbouw in 2050 klimaatneutraal zijn. Multinationals zoals Danone, Nestlé en Campina spelen hierop in door te investeren in regeneratieve landbouw.

Daarnaast speelt technologie een cruciale rol in de agri-food sector, met ontwikkelingen in artificial intelligence, zoals deep learning machines die efficiënter zijn in het sorteren van producten, en vertical farming. Deze technologieën kunnen helpen de arbeidskosten, efficiëntie en de houdbaarheid van producten.

Ik zie deze technologieën niet alleen als enablers voor duurzaamheid, maar ook als belangrijke trends op zich. Ik verheug me ontzettend op het evenement in Bilbao in april, Food for Future, waarbij alle nieuwe technologische ontwikkelingen aan bod komen, onwijs interessant.’

Hoe zie jij je rol als lid van de raad van advies bij Anders Invest?

‘In mijn rol als adviseur bij Anders Invest ligt de focus vooral op de bredere overkoepelende aspecten, in tegenstelling tot de dagelijkse leiding. Dit houdt in dat ik me niet direct bezighoud met het managen van de portfolio ondernemingen, maar meer met de strategische en bestuurlijke kant.’

Hoe ziet het leiderschap van de toekomst eruit?

‘Ik ben een voorstander van het betrekken van jonge commissarissen en toezichthouders zoals dat toentertijd gebeurde met mijn rol als bijzitter. Er gebeurt veel in het governance spectrum en de problematiek en innovaties zijn ingewikkeld, diversiteit in de samenstelling van een RvT is belangrijker dan ooit. Dit gaat verder dan alleen man-vrouw verschillen. Het omvat ook generatieverschillen. Jonge generaties hebben bijvoorbeeld vaak een andere kijk op duurzaamheid, technologie, data, etc... Het is belangrijk om verschillende generaties te betrekken, om te begrijpen wat er speelt en wat er leeft.

Wil je nog iets toevoegen aan het gesprek als slotzin?

‘Anders Invest, als een 'evergreen'-fonds, biedt langetermijngroei van private ondernemingen en flexibiliteit. Dit is aantrekkelijk voor family offices en private investeerders en biedt een uniek product in de markt. We moeten deze aspecten benadrukken en er trots op zijn. Door investeerders te betrekken bij onze investeringen, creëren we een band en voegen we echte waarde toe.’

Ander blog

Food & Agri

Agrifood binnen de EU: waar stemmen we voor tijdens de parlementsverkiezingen? Dit artikel maakt deel uit van een reeks blogs door het Food & Agri-team van Anders Invest. In dit stuk gaan we in op de Europese Parlementsverkiezingen die plaatsvinden van 6 tot 9 juni 2024. Op beleidsniveau gebeurt er veel op het gebied van agrifood, dus is het tijd om te kijken hoe het ervoor staat met agrifoodbeleid in Europa en waar we precies voor gaan stemmen. Europese verkiezingen: waar stemmen we precies voor? De Europese Unie bestaat uit verschillende organen, waarbij de wetgevende macht bestaat uit de Raad van de EU, de Europese Commissie en het Europees Parlement. De Raad van de EU, ook wel bekend als de Raad van Ministers, of afgekort de Raad, bestaat uit alle 27 EU-ministers of staatssecretarissen van een bepaald onderwerp. In het geval van bijvoorbeeld een wetsvoorstel over landbouw, zal de Nederlandse minister of staatssecretaris van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit deelnemen aan de Raad. De Europese Commissie bestaat op haar beurt uit 27 afgevaardigden, één van elke lidstaat. De Commissie heeft als belangrijkste functie het doen van wetsvoorstellen op Europees niveau. Deze wetsvoorstellen komen terecht bij de Raad en het Europees Parlement, welke wetten mogen aanpassen, afkeuren of aannemen. Het Europees Parlement is het enige, rechtstreeks gekozen wetgevende orgaan van de EU. De zetels worden verdeeld op basis van bevolkingsgrootte en worden per parlementsverkiezing opnieuw bepaald. Het voorgesteld aantal parlementsleden voor na de verkiezingen komt nu uit op maar liefst 720, met daarin 31 zetels voor Nederland. Naast hun wetgevende functie, heeft het Europees Parlement andere belangrijke taken, zoals het kiezen van de Europese Commissie inclusief de voorzitter en het vaststellen en goedkeuren van de EU begroting, deels met de Raad.  Door te stemmen tijdens de verkiezingen voor het Europees Parlement kunnen burgers dus zowel direct als indirect invloed uitoefenen. Welke fracties zijn er en wat is de zetelprognose binnen het Europees Parlement? Wanneer we dieper inzoomen op de samenstelling van het Europees Parlement, zien we dat partijen met verschillende ideologieën zijn gebundeld in zeven fracties. Deze fracties bestaan uit verschillende Europese partijen en elke fractie heeft Nederlandse partijen aan zich gekoppeld. Wanneer er nieuwe partijen ontstaan, in het geval van Nederland de BBB en NSC, kunnen zij na de verkiezingen uitgenodigd worden bij een fractie die past bij hun politieke kleur. Momenteel bevat het Europees Parlement de volgende fracties met bijbehorende Nederlandse partijen: Europese Volkspartij (EVP) : CDA, CU, mogelijk BBB en NSC Progressieve Alliantie van Socialisten & Democraten (S&D) : PvdA Renew Europe: VVD, D66 De Groenen/Vrije Europese Alliantie: GL, Volt Europese Conservatieven en Hervormers (ECH): SGP, JA21 Identiteit & Democratie (I&D): PVV Europees Unitair Links/Noord Groen Links (EUL/NGL): PvdD, SP De meest recente peiling, uitgevoerd door onderzoeksbureau Ipsos, laat zien dat het rechtse blok zal groeien: de EVP, momenteel de grootste fractie in het Parlement zal nagenoeg gelijk blijven en de zetelaantallen van de I&D en ECR zullen flink stijgen. De verwachting is dat deze fracties na de verkiezingen meer dan de helft van het Parlement in handen zullen hebben. Wat is de stand van zaken voor Europees agrifoodbeleid? Zowel de afgelopen jaren als in de aankomende beleidstermijn zijn er belangrijke keuzes te maken. Voor agrifood hebben deze met name betrekking tot de Farm-to-Fork strategie, een onderdeel van de Green Deal, en de revisie van CAP (Common Agricultural Policy). De nieuwe financieringsperiode van CAP zal beginnen vanaf 2028, maar de strijd om de verdeling van het geld begint vaak al jaren van tevoren. Dit is niet opvallend, aangezien het CAP-budget met zo’n 300 miljard euro éénderde deel uitmaakt van de totale EU-begroting. Farm-to-Fork De afgelopen jaren zijn sommige wetsvoorstellen die binnen Farm-to-Fork vallen goedgekeurd, waaronder de overeenkomst om ontbossing in supply chains tegen te gaan. Recentelijk echter, zijn grote voorstellen binnen de strategie teruggetrokken of afgezwakt, waaronder de voorstellen om presticidegebruik te verminderen, dierenwelzijn aan te scherpen en de Sustainable Food System Framework Law. Ook is het opvallend dat verschillende voorstellen binnen de F2F-strategie, evenals het begrip “Farm-to-Fork” hier en daar weg worden gelaten uit agenda’s en speeches. Het lijkt erop dat meer voorstellen binnen de Green Deal en Farm-to-Fork zullen worden weggestemd, of aangenomen in afgezwakte vorm. Common Agricultural Policy CAP staat voor Common Agricultural Policy en behelst het landbouwbeleid van de Europese Unie. Hierbinnen bevat het 2 onderdelen: subsidies voor plattelandsontwikkeling en landbouwsubsidies. Hieronder vallen bijvoorbeeld de subsidies die boeren ontvangen. De financieringsperiodes van CAP beslaan meestal zo’n 5-7 jaar. Zo zitten we momenteel in de CAP-periode 2023-2027 en zal daarna een nieuwe termijn in gaan, met bijbehorende nieuwe financieringsverdeling. In april van dit jaar heeft het Europees Parlement ingestemd met versoepeling van de huidige CAP-regels, deels om boeren zo tegemoet te komen ten opzichte van voorgestelde strengere duurzaamheidsregels. Daarnaast heeft de huidige grootste fractie binnen het Parlement, de Europese Volkspartij (EVP) in haar verkiezingsprogramma aangegeven bij de volgende CAP ronde van 2028-2034 te willen focussen op het garanderen van een stabiel inkomen voor boeren. Hoe zullen de verkiezingen agrifood beleid beïnvloeden de komende jaren? De afgelopen tijd zijn veel wetsvoorstellen die binnen de Farm-to-Fork strategie vallen afgezwakt of weggestemd, deels naar aanleiding van de boerenprotesten in Europa. Dit past in een bredere trend die waarschijnlijk door zal zetten, waarbij Europa voedselzekerheid en de concurrentiepositie van agrifood centraal zal stellen. De angst is dat een te sterke focus op het verduurzamen van agrifood zal leiden tot een zwakkere concurrentiepositie op levensmiddelen ten opzichte van de rest van de wereld. Daarnaast is door de oorlog in Oekraïne de voedselzekerheid hoger op de agenda gekomen en ook hiervan is de verwachting dat dit, in combinatie met onzekerheid van boeren en daaropvolgende protesten, een grote rol zal blijven spelen de komende jaren. Al met al is het dus een roerige tijd voor agrifood en is er hoe dan ook genoeg om voor te stemmen op 6 juni.

Lees verder

04 juni 2024

Food & Agri

CSRD in een vogelvlucht Dit artikel maakt deel uit van een reeks korte blogs door het Food & Agri-team van Anders Invest. Het is specifiek geschreven voor personen en bedrijven die geïnteresseerd zijn in of worden beïnvloed door CSRD. In totaal zullen 50.000 bedrijven in de komende jaren aan deze wetgeving moeten voldoen. Daarnaast zullen bedrijven die niet hoeven te rapporteren, extra druk ervaren om informatie en gegevens over hun duurzaamheidsprestaties te leveren aan B2B-klanten. Bent u betrokken bij een bedrijf dat moet voldoen aan de CSRD of gegevens over impact moet genereren? Dan bent u exact de doelgroep. We gaan in een vogelvlucht door de basisconcepten heen. De Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) is wetgeving ontwikkeld door de Europese Unie die in januari 2023 is aangenomen. Vanaf 1 januari 2024 is het de bedoeling dat grote en beursgenoteerde bedrijven duurzaamheidsinformatie rapporteren en openbaar maken in een uitgebreid en consistent kader in hun managementrapporten. Het bouwt voort op eerdere wetgeving door: een uitgebreidere reikwijdte inclusief een geleidelijke integratie van grote bedrijven, gestandaardiseerde vereisten, assurance-eisen, een digitaal formaat en integratie in managementrapporten. Gezien de uitgebreide schaal van de richtlijn, is het zeer waarschijnlijk dat de meeste bedrijven worden beïnvloed door deze richtlijn (direct of indirect). Laten we enkele basisconcepten in dit artikel samenstellen om CSRD te doorgronden en de mechanismen ervan te begrijpen. Waarom is CSRD van kracht geworden? CSRD beoogt klimaatverandering, sociale onrechtvaardigheid en bestuursmisstanden aan te pakken. De drijvende kracht achter de CSRD is het ambitieuze doel van de Europese Unie, zoals uiteengezet in de Europese Green Deal, om het eerste klimaatneutrale continent te worden tegen 2050. De Green Deal is de algehele duurzame groeistrategie van de EU. Om kapitaal te sturen naar investeringen die duurzame oplossingen bevorderen, heeft de EU een Actieplan voor de Financiering van Duurzame Groei (APFSG) opgesteld dat bestaat uit een reeks beleidsinitiatieven. Om greenwashing te voorkomen en afgestemde activiteiten voor duurzame investeringen vast te stellen, trad het EU-taxonomieregelgevingskader in werking in 2020. In wezen is CSRD vereist om transparantie te vergroten door openbaarmaking van duurzaamheidsinformatie, waardoor de EU-taxonomie kan functioneren. Over het algemeen is het doel van CSRD niet om te rapporteren omwille van het rapporteren, maar om over te gaan naar een groene economie met de relevante publieke informatie om dit te doen. Het is echter nog moeilijk te beoordelen hoeveel van de inspanning zal worden vertaald in daadwerkelijke impact. Hoe zal CSRD de zakelijke klimaat van Europa beïnvloeden? Vanaf 2025 moeten de eerste bedrijven rapporteren over hun ESG-impact en kansen gedurende het jaar 2024. De naleving van CSRD wordt gefaseerd ingevoerd, afhankelijk van het type bedrijf. Het eerste rapportagejaar voor de toepassing van de nieuwe regelgeving zal als volgt zijn gestructureerd: in 2025, bedrijven die al onderworpen waren aan de eerdere normen voor niet-financiële rapportage, met name grote organisaties van openbaar belang met meer dan 500 werknemers. Het daaropvolgende jaar, 2026, markeert de opname van andere grote bedrijven, specifiek die met meer dan 250 werknemers. Tegen 2027 zullen de rapportagevereisten worden uitgebreid naar MKB Nederland. Ten slotte zullen in 2029 niet-EU-bedrijven die meer dan €150 miljoen aan inkomsten binnen de EU genereren, ook aan deze rapportagenormen moeten voldoen. Geleidelijk zullen meer dan 50.000 bedrijven jaarlijks maximaal 11.000 datapunten moeten rapporteren. De European Reporting Advisory Group (die de standaard heeft voorbereid) schat dat de eenmalige kosten rond de €287.000 liggen en de terugkerende kosten €319.000 voor de eerste bedrijven die in 2025 starten. Voor latere bedrijven zijn de kosten €146.000 (eenmalig) en €162.000 (terugkerend). Zoals u kunt zien, zijn de hoeveelheid werk en kosten die gepaard gaan met louter naleving, laat staan impact, zijn aanzienlijk. Wat staat er eigenlijk in het rapport? Voor CSRD bestond het jaarverslag uit een managementverslag, gevolgd door een auditverslag en de financiële overzichten. De duurzaamheidsverklaringen zijn gebaseerd op de European Sustainability Reporting Standards (ESRS) en bestaan uit Algemene Informatie (ESRS-1), Algemene Onthullingen (2), Milieu-informatie (ESRS-E), Sociale Informatie (ESRS-S), Bestuursinformatie (ESRS-G). Dus, CSRD is de wetgeving zoals geregisseerd door de EU, ESRS zijn de normen die specificeren wat te rapporteren. Lijst van thematische normen: ESRS E1 Klimaatverandering ESRS E2 Vervuiling ESRS E3 Water- en Mariene Bronnen ESRS E4 Biodiversiteit en Ecosystemen ESRS E5 Hulpbronnengebruik en circulaire economie ESRS S1 Eigen Werknemers ESRS S2 Werknemers in de waardeketen ESRS S3 Getroffen gemeenschappen ESRS S4 Consumenten en eindgebruikers ESRS G1 Bedrijfsgedrag ESRS 1 en 2 dienen als richtlijn voor de algemene duurzaamheidsrapportage. De dwarsdoorsnijdende normen definiëren de informatie die moet worden onthuld over materiële impact, risico's en kansen gerelateerd aan duurzaamheidsaspecten. Voor de thematische normen is men verplicht om een dubbele materialiteitsbeoordeling uit te voeren om impact, risico's en kansen in relatie tot de verschillende onderwerpen in kaart te brengen. Alle onderwerpen die materieel zijn in de waardeketen van het bedrijf moeten worden gerapporteerd en onderbouwd met data. Dienovereenkomstig moeten alle onderwerpen waarvan de impact materieel gerelateerd is aan het milieu of de samenleving of die op korte, middellange of lange termijn een financiële impact hebben op het bedrijf en dus de ontwikkeling en prestaties van het bedrijf aanzienlijk kunnen beïnvloeden worden gerapporteerd. Zodra alle materiële punten zijn behandeld, wordt het verslag geauditeerd door een externe waarborgpartij. Zoals je kunt zien, zal het moeilijk zijn om deze richtlijn te operationaliseren en alleen al de hoeveelheid afkortingen zorgt ervoor dat je door de bomen het bos niet kan zien. In het volgende artikel zullen we dieper ingaan op de impact op het bedrijfslandschap voor Food & Agri en wat onze strategie met betrekking tot CSRD inhoudt.

Lees verder

02 mei 2024


Alle blogs