Agrifood binnen de EU: waar stemmen we voor tijdens de parlementsverkiezingen?
Dit artikel maakt deel uit van een reeks blogs door het Food & Agri-team van Anders Invest. In dit stuk gaan we in op de Europese Parlementsverkiezingen die plaatsvinden van 6 tot 9 juni 2024. Op beleidsniveau gebeurt er veel op het gebied van agrifood, dus is het tijd om te kijken hoe het ervoor staat met agrifoodbeleid in Europa en waar we precies voor gaan stemmen.
Europese verkiezingen: waar stemmen we precies voor?
De Europese Unie bestaat uit verschillende organen, waarbij de wetgevende macht bestaat uit de Raad van de EU, de Europese Commissie en het Europees Parlement. De Raad van de EU, ook wel bekend als de Raad van Ministers, of afgekort de Raad, bestaat uit alle 27 EU-ministers of staatssecretarissen van een bepaald onderwerp. In het geval van bijvoorbeeld een wetsvoorstel over landbouw, zal de Nederlandse minister of staatssecretaris van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit deelnemen aan de Raad.
De Europese Commissie bestaat op haar beurt uit 27 afgevaardigden, één van elke lidstaat. De Commissie heeft als belangrijkste functie het doen van wetsvoorstellen op Europees niveau. Deze wetsvoorstellen komen terecht bij de Raad en het Europees Parlement, welke wetten mogen aanpassen, afkeuren of aannemen.
Het Europees Parlement is het enige, rechtstreeks gekozen wetgevende orgaan van de EU. De zetels worden verdeeld op basis van bevolkingsgrootte en worden per parlementsverkiezing opnieuw bepaald. Het voorgesteld aantal parlementsleden voor na de verkiezingen komt nu uit op maar liefst 720, met daarin 31 zetels voor Nederland. Naast hun wetgevende functie, heeft het Europees Parlement andere belangrijke taken, zoals het kiezen van de Europese Commissie inclusief de voorzitter en het vaststellen en goedkeuren van de EU begroting, deels met de Raad. Door te stemmen tijdens de verkiezingen voor het Europees Parlement kunnen burgers dus zowel direct als indirect invloed uitoefenen.
Welke fracties zijn er en wat is de zetelprognose binnen het Europees Parlement?
Wanneer we dieper inzoomen op de samenstelling van het Europees Parlement, zien we dat partijen met verschillende ideologieën zijn gebundeld in zeven fracties. Deze fracties bestaan uit verschillende Europese partijen en elke fractie heeft Nederlandse partijen aan zich gekoppeld. Wanneer er nieuwe partijen ontstaan, in het geval van Nederland de BBB en NSC, kunnen zij na de verkiezingen uitgenodigd worden bij een fractie die past bij hun politieke kleur.
Momenteel bevat het Europees Parlement de volgende fracties met bijbehorende Nederlandse partijen:
- Europese Volkspartij (EVP) : CDA, CU, mogelijk BBB en NSC
- Progressieve Alliantie van Socialisten & Democraten (S&D) : PvdA
- Renew Europe: VVD, D66
- De Groenen/Vrije Europese Alliantie: GL, Volt
- Europese Conservatieven en Hervormers (ECH): SGP, JA21
- Identiteit & Democratie (I&D): PVV
- Europees Unitair Links/Noord Groen Links (EUL/NGL): PvdD, SP
De meest recente peiling, uitgevoerd door onderzoeksbureau Ipsos, laat zien dat het rechtse blok zal groeien: de EVP, momenteel de grootste fractie in het Parlement zal nagenoeg gelijk blijven en de zetelaantallen van de I&D en ECR zullen flink stijgen. De verwachting is dat deze fracties na de verkiezingen meer dan de helft van het Parlement in handen zullen hebben.
Wat is de stand van zaken voor Europees agrifoodbeleid?
Zowel de afgelopen jaren als in de aankomende beleidstermijn zijn er belangrijke keuzes te maken. Voor agrifood hebben deze met name betrekking tot de Farm-to-Fork strategie, een onderdeel van de Green Deal, en de revisie van CAP (Common Agricultural Policy). De nieuwe financieringsperiode van CAP zal beginnen vanaf 2028, maar de strijd om de verdeling van het geld begint vaak al jaren van tevoren. Dit is niet opvallend, aangezien het CAP-budget met zo’n 300 miljard euro éénderde deel uitmaakt van de totale EU-begroting.
Farm-to-Fork
De afgelopen jaren zijn sommige wetsvoorstellen die binnen Farm-to-Fork vallen goedgekeurd, waaronder de overeenkomst om ontbossing in supply chains tegen te gaan. Recentelijk echter, zijn grote voorstellen binnen de strategie teruggetrokken of afgezwakt, waaronder de voorstellen om presticidegebruik te verminderen, dierenwelzijn aan te scherpen en de Sustainable Food System Framework Law. Ook is het opvallend dat verschillende voorstellen binnen de F2F-strategie, evenals het begrip “Farm-to-Fork” hier en daar weg worden gelaten uit agenda’s en speeches. Het lijkt erop dat meer voorstellen binnen de Green Deal en Farm-to-Fork zullen worden weggestemd, of aangenomen in afgezwakte vorm.
Common Agricultural Policy
CAP staat voor Common Agricultural Policy en behelst het landbouwbeleid van de Europese Unie. Hierbinnen bevat het 2 onderdelen: subsidies voor plattelandsontwikkeling en landbouwsubsidies. Hieronder vallen bijvoorbeeld de subsidies die boeren ontvangen. De financieringsperiodes van CAP beslaan meestal zo’n 5-7 jaar. Zo zitten we momenteel in de CAP-periode 2023-2027 en zal daarna een nieuwe termijn in gaan, met bijbehorende nieuwe financieringsverdeling. In april van dit jaar heeft het Europees Parlement ingestemd met versoepeling van de huidige CAP-regels, deels om boeren zo tegemoet te komen ten opzichte van voorgestelde strengere duurzaamheidsregels. Daarnaast heeft de huidige grootste fractie binnen het Parlement, de Europese Volkspartij (EVP) in haar verkiezingsprogramma aangegeven bij de volgende CAP ronde van 2028-2034 te willen focussen op het garanderen van een stabiel inkomen voor boeren.
Hoe zullen de verkiezingen agrifood beleid beïnvloeden de komende jaren?
De afgelopen tijd zijn veel wetsvoorstellen die binnen de Farm-to-Fork strategie vallen afgezwakt of weggestemd, deels naar aanleiding van de boerenprotesten in Europa. Dit past in een bredere trend die waarschijnlijk door zal zetten, waarbij Europa voedselzekerheid en de concurrentiepositie van agrifood centraal zal stellen. De angst is dat een te sterke focus op het verduurzamen van agrifood zal leiden tot een zwakkere concurrentiepositie op levensmiddelen ten opzichte van de rest van de wereld. Daarnaast is door de oorlog in Oekraïne de voedselzekerheid hoger op de agenda gekomen en ook hiervan is de verwachting dat dit, in combinatie met onzekerheid van boeren en daaropvolgende protesten, een grote rol zal blijven spelen de komende jaren. Al met al is het dus een roerige tijd voor agrifood en is er hoe dan ook genoeg om voor te stemmen op 6 juni.